Hé Djaylazebellino
Bet-over-over-grootvader aan Djaylazebellino. Nu ja, eigenlijk weet ik je naam niet dus doe ik maar een gok. Net zoals ik nu gok dat jij 10 jaar oud bent en je dit leest in het jaar 02223. Vermoedelijk woon je nog steeds op planeet Aarde maar ook dat vermoeden is op het moment van schrijven op zijn best twijfelachtig.
Allereerst, wees op je hoede. Ik zou er hier en daar wel eens naast kunnen zitten. Ik moedig je aan zelf na te denken, je te verdiepen en onderbouwd en kritisch deze tekst tot je te nemen.
Ik schrijf dit in het jaar 02023. Ik ben zelf geboren in 01980. Momenteel is het gebruikelijker om 1980 en 2023 te zeggen. Maar ik richt me met dit schrijven op een langere termijn dan wij op dit moment gewend zijn.
“Als ik verder heb gezien dan anderen dan was dit doordat ik op de schouders van reuzen stond.”. - Isaac Newton (01643 - 01727)
Eigenlijk zit de boodschap van deze brief al verwerkt in bovenstaande quote. Toch wil ik een en ander verduidelijken en van iets meer context voorzien. Wellicht halen mijn tijdperkgenoten er ook iets uit. Ook hoop ik dat het bieden van meer context helpt bij het maken van betere keuzes. Leer van de lessen uit het verleden. Klim op de schouders van (grote, vriendelijke) reuzen, dan kun je heel ver kijken. Wie weet bewegen ze zich voort en kom je heel ver.
Teksten zijn maar zinnen en zinnen zijn maar woorden en woorden zijn maar letters. En toch zijn er teksten die al duizenden jaren niet verloren zijn gegaan. Het minste dat ik kan doen is proberen rekening te houden met de mogelijkheid dat deze tekst op lange termijn af en toe ergens opnieuw tevoorschijn komt en de lezer aan het denken zet.
In de geschiedenisboeken van de toekomst kun je alle problematiek waar we nu mee te maken hebben teruglezen. In het kort zorgen we met zijn allen, uitgezonderd een paar, niet zo goed voor “onze” aardbol. Maar wat zijn de oorzaken en wat gaan we eraan doen?
Als ik kijk naar hoe onze “welvarende” westerse wereld nu leeft springt er voor mij één ding uit dat ons kenmerkt: onmiddelijke bevrediging. Gemiddeld genomen willen we dat wat we ook doen ons meteen tevreden stelt. Daarbij zijn we gek op gemak. Waarom ergens moeite voor doen als de noodzaak daarvan voor onszelf niet meteen te zien is?
Valt je ook op dat ik hierboven zowel “onmiddelijk” als “meteen” schrijf?
Zo plaatsen we aantrekkelijke foto’s van onszelf met als doel zoveel mogelijk ’likes’ te verzamelen. Deze middag nog, want vanavond komt de volgende foto online. Net zoals we op een andere website filmpjes van 30 seconden plaatsen waar mede-aardbewoners voor de gek worden gehouden. Lachen joh. Kijkers worden verslaafd gemaakt door algoritmes die binnen twintig minuten vanaf nul zeer goed kunnen bepalen welke content onze honger naar instant gratification voor heel korte tijd stilt. Want we moeten wel een beetje snel door naar het volgende, onderbroken door irritante reclames, maar je weet dat er een heel leuk filmpje achteraan komt, dus je blijft kijken.
Deze media noemen we “social media” maar het sociale aspect is lastig te vinden. Het wordt vooral gebruikt als een manier om zonder enige moeite op afstand iemand het idee te geven dat je contact met ze onderhoudt. En nog meer als een advertentienetwerk dat de eigenaren voorziet van meer geld dan ze ooit nodig zullen hebben. Voor de gebruiker lijkt elkaar opzoeken minder en minder nodig. Elkaar spreken met bijvoorbeeld een telefoon om te vragen hoe het met elkaar gaat wordt nauwelijks meer gedaan. Met het plaatsen van een like of een emoticon als reactie op een foto vinden we dat we genoeg moeite voor elkaar doen. We moeten ten slotte door naar het volgende 15-seconden-durende filmpje en daarvan bepalen hoe we erop reageren.
Er wordt direct ingespeeld op ons (door Roman Krznaric zo genoemd) Marshmallow Brain. Toegeven aan de verlangens van je Marshmallow Brain zorgt ervoor dat je plezier hebt.
Maar is plezier hebben hetzelfde als gelukkig zijn? Plezier hebben is van korte duur. Hoe makkelijk is het om een zak drop op schoot te hebben en er maar één van te eten? Ben je gelukkig(er) na de hele zak te hebben verorberd?
Gelukkig zijn heeft met een wat langere termijn te maken. Een vriendschap of relatie bijvoorbeeld. Goed zorgen voor en genieten van je kinderen. Tevreden kunnen zijn zonder dat je daarvoor meer hoeft te consumeren dan dat je nodig hebt.
Ander voorbeeld. Elke paar jaar bestellen we een nieuwe, veelal grotere “televisie” (elektronische apparaten waar we tweedimensionale beelden op kunnen bekijken) op “internet”. We vinden het lang duren als die één dag later bezorgd worden. Na slechts enkele jaren bestellen we een nieuw model dat zwarttinten vijf procent beter weergeeft en dat zou volgens de reclame je kijkervaring (sorry, “experience”) zoveel beter maken. De oude televisie gaat naar de schroot. Dat is makkelijker dan iemand vinden die hem nog wil hebben. De meeste mensen hebben immers al een nieuwere of zijn dit binnenkort van plan.
De productie van deze apparaten kost veel energie en bij de constructie wordt onder meer gebruik gemaakt van schadelijke stoffen, zware metalen en schaarse materialen. Deze worden gedolven uit gigantische mijnen die gegraven zijn op plekken waar nu geen natuur meer mogelijk is. Door machines die schadelijke stoffen uitstoten en zelf deels gemaakt zijn van dezelfde schadelijke stoffen. Om nog maar te zwijgen over het transport dat nodig is om alle onderdelen en grondstoffen op de juiste plek te krijgen om er een televisie van te bouwen. Die weer naar ons huis getransporteerd moet worden.
Ik kijk uit ons raam en zie 19 auto’s in de straat. Ze staan allemaal stil ruimte in te nemen. De meesten gebruiken benzine als brandstof en stoten als ze rijden giftige stoffen uit. Nagenoeg elk huishouden heeft minimaal één auto. Sommige huishoudens hebben er drie of meer. Ja, onze eigen auto staat er ook tussen.
Ik ga over een paar weken op vakantie naar Sardinië met het vliegtuig. Heel fijn en we zijn er flink aan toe. Maar de vervuilende, consumerende aspecten zitten me niet helemaal lekker.
Stel jezelf eens een lentedag over twintig jaar voor. Staar je de hele dag naar digitale schermen om de laatste omzetcijfers te analyseren? Ben je een nieuwe parkeergarage aan het “designen”? Ben je bezig de agile backlog te groomen met je team? Leg je een klas studenten Software Developer uit wat variabelen en parameters zijn?
Loop je buiten op een stuk gras, tussen bomen en ruik je zilte, schone lucht? Je hoort het geruis van de golven die op de kust slaan. Je plukt bessen en de kruiden die in de buurt groeien. Je komt een groepje mensen tegen met een buitenlands uiterlijk. Je bent nieuwsgierig en spreekt ze aan. Het blijkt een muziekgezelschap te zijn uit een Afrikaans land. Ze nodigen je uit om vanavond hun concert bij te wonen in het park. Neem zoveel mensen mee als je wilt. Uit je groententuin bij je huis even verderop pluk je de groenten die je vanavond gaat eten met je vriendengroep. Zij nemen eten mee die zij zelf verbouwen. Na afloop geniet je samen van het concert in het park.
Natuurlijk moet er gewerkt worden. Maar waaraan? Hoe? Hoeveel?
En plezier maken is naast gelukkig zijn ook belangrijk. We hebben dat stukje Marshmallow Brain vast niet voor niks. Maar hoe houden we in de gaten of we niet teveel plezier maken die ten koste gaat van dat waar we zelf gelukkig van worden? Of waar anderen gelukkig van worden? Kun je bij “anderen” ook denken aan je kind, je kleinkind of je achter-achter-achterkleinkind?
Hoe ga je verder? Hoe ga ik verder?
Het is al een lange brief en toch heb ik het idee dat hij nog niet af is. Ik ga op zoek naar antwoorden. Maar deze antwoorden zouden best wel eens vragen kunnen zijn.